sitemap Plaagdieren (11 of 87)
Plaagdieren (11 of 87)



09a Mol

Mol (Talpa europae L. )
Spitse, enigszins slurfachtige snuit, gladde meestal zwarte vacht, andere
kleurvariaties zijn mogelijk, ogen zijn nauwelijks zichtbaar. Kan uitstekend
graven, zwemmen en kan zelfs klimmen. Leeft van wormen en larven die in
het gangenstelsel vallen, de voorkeur gaat echter uit naar wormen. Het
verhaal dat de mol veel schadelijke insectenlarven vangt klopt niet helemaal.
Schade: Molshopen en gangen in tuinen, gazons, sportvelden en pas gezaaide
akkers. Doordat het zand van molshopen in kuilgras komt wordt dit minder
geschikt als veevoer. Door het oplichten van de graszode bij
oppervlakkige gangen kan het gras op deze plaats beschadigen.